
Toen ik in juni 2006 meedeed aan de amfibieën- en reptielencursus van RAVON had ik eigenlijk niet het idee om de nieuw opgedane kennis in te zetten bij inventarisaties. Niet dat ik het niet interessant vond, maar ik vond dat ik me al met genoeg diergroepen bezighield. In 2007 ging ik toch een keer mee met een reptielenroute op het Otterlose Zand en was na de eerste keer gelijk verkocht. Reptielen tellen is leuk!
In het begin merkte ik dat ik nog een tamelijk simpel beeld had van het herkennen van reptielen: groen is zandhagedis en bruin is levendbarende hagedis, tenzij hij in Zuid-Limburg over een muur loopt. In het laatste geval is het een muurhagedis. De werkelijkheid bleek ingewikkelder. Van de muurhagedis hadden we inderdaad geen last, maar zandhagedis en levendbarende hagedis lijken verschrikkelijk veel op elkaar. Niet alle zandhagedissen zijn groen; alleen de mannetjes zijn dit in het voorjaar een poosje. We zien dus vooral bruine hagedissen en hebben in het begin vaak moeten puzzelen om erachter te komen welke soort het betrof.
Gelukkig was er ook een ander beeld dat bijgesteld kon worden. Mijn ervaring met hagedissen bestond vooral uit het zien van een flits die ergens in de heide verdween. Conclusie: hagedissen zijn erg schuwe dieren die je maar zelden te zien krijgt. Als je rustig door het terrein loopt, blijkt echter dat je hagedissen tot heel dichtbij kunt benaderen. Ze lijken aan je te wennen. Ik heb meerdere malen een hele serie foto’s kunnen maken, waarbij ik het dier bijna raakte met de camera. Het kostte me soms moeite om te stoppen met fotograferen. Thuis was ik dan weer een hele tijd bezig met het uitzoeken en weggooien van foto’s.
Op onze route zien we overwegend zandhagedissen (zoals het mannetje bovenaan deze pagina), maar ook af en toe een levendbarende hagedis, hazelworm of gladde slang.