
Veldsprinkhanen zijn middelgrote tot grote sprinkhanen; 1,5-5 cm. De antennen zijn korter dan het lichaam. De vrouwtjes hebben geen legboor, maar vier korte eilegkleppen. Veldsprinkhanen maken geluid door met een achterpoot langs een vleugel te strijken. Dit wordt striduleren of zingen genoemd. Het geluid is a-melodieus.
Op de foto staat een mannetje van de gouden sprinkhaan. Deze soort dankt zijn naam aan de gouden glans die vrouwtjes soms hebben.
Bij het determineren van veldsprinkhanen moet je afleren om, zoals bij het determineren van vlinders, lieveheersbeestjes en veel andere insecten op het kleurpatroon te letten. De kleur zegt bij veldsprinkhanen namelijk heel weinig. Belangrijke determinatiekenmerken zijn de vorm van het halsschild, de vleugels, de eilegkleppen en natuurlijk het geluid.