Doornsprinkhanen zijn onopvallende sprinkhaantjes die geen geluid maken. Ze worden niet groter dan 1,5 cm. Doornsprinkhanen danken hun naam aan het feit dat hun halsschild doornvormig over het achterlijf is uitgerekt. Bij het zanddoorntje en de langdoornige vorm van het zeggedoorntje reikt de doorn tot ver voorbij de achterknie. Bij de andere soorten komt hij hoogstens tot iets voorbij de achterknie. De vrouwtjes van doornsprinkhanen hebben geen legboor, maar alleen vier korte eilegkleppen.
Op de foto bovenaan deze pagina staat het zeggedoorntje. Dit is met maximaal 1,5 cm de grootste doornsprinkhaan.