moerassprinkhaan

Sprinkhanen en krekels behoren tot de orde Orthoptera, wat ‘rechtvleugeligen’ betekent. Die naam slaat op de rechte en vrij stevige voorvleugels. De achtervleugels zijn dun en vliezig. In rust liggen de voorvleugels over de achtervleugels heen.

De vleugellengte is een belangrijk determinatiekenmerk. Er zijn langvleugelige soorten, die al vliegend grotere afstanden kunnen overbruggen, maar ook soorten waarbij de vleugels zo kort zijn, dat ze niet kunnen vliegen.

Er worden twee subordes onderscheiden: de langsprieten en de kortsprieten. Sabelsprinkhanen en krekels behoren tot de langsprieten. Doornsprinkhanen en veldsprinkhanen zijn kortsprieten. Langsprieten zijn relatief gemakkelijk te herkennen. Kortsprieten kosten meer inspanning, al zitten daar ook minder lastige soorten bij zoals de moerassprinkhaan op de foto met zijn rode achterdijen en gele achterschenen.