Nadat ik me een paar jaar vrij intensief had beziggehouden met lieveheersbeestjes, besloot ik in 2009 dat het tijd was om er een insectengroep bij te nemen. De keuze viel op sprinkhanen en krekels. De voornaamste reden om voor deze groep te kiezen was het feit dat er een mooie veldgids met cd van is.
Ik inventariseer al jaren broedvogels en ben er dus wel aan gewend dieren op grond van hun geluid op te sporen. Maar dusver had ik weinig variatie kunnen ontdekken in de zomerse sprinkhaan- en krekelgeluiden. Die variatie blijkt er wel degelijk te zijn, waardoor ik nu soms al weet dat een bepaalde soort aanwezig is, voordat ik hem gezien heb. En daar geniet ik van.

Sprinkhanen en krekels behoren tot de orde Orthoptera, wat ‘rechtvleugeligen’ betekent. Die naam slaat op de rechte en vrij stevige voorvleugels. De achtervleugels zijn dun en vliezig. In rust liggen de voorvleugels over de achtervleugels heen.

Hoewel er een goede veldgids over sprinkhanen en krekels is, mis ik op de foto's die daarin staan soms wat van de specifieke kenmerken van soorten. Bovendien heb ik de veldgids niet altijd bij me.