
De meeste kapoentjes hebben fijnbehaarde dekschilden, alleen de glanskapoentjes zijn onbehaard. De antennen zijn zeer kort, korter dan de kop. Kapoentjes zijn 1-4 mm groot.
Doordat kapoentjes zo klein zijn, zul je ze met het blote oog niet zo snel ontdekken. Een klopscherm is dan ook een nuttig hulpmiddel. Het kapoentje op de foto, het roodkopkapoentje (Scymnus rubromaculatus), vond ik op een andere manier. Het liep in de zomer van 2007 over de arm van mijn man toen we op een terrasje zaten. Het was mijn eerste kapoentje, dus het was een welkome vondst. Het werd nog leuker toen mijn foto's van dit beestje een paar jaar later geplaatst werden in het boek 'Ladybirds (Coccinellidae) of Britain and Ireland'.
De subfamilie van de kapoentjes (Scymninae) bestaat uit 23 soorten, waarvan ik nog maar een klein deel op de foto heb kunnen zetten. Zelfs met kloppen vind ik ze maar heel af en toe.