Lieveheersbeestjes zijn, in tegenstelling tot veel andere insecten, kevertjes waar de meeste mensen wel sympathie voor hebben. Ze zien er leuk uit, steken niet en een aantal soorten maakt zich ook nog nuttig als bestrijder van bladluizen. Door dit vriendelijke imago vond ik ze eigenlijk haast wat saai tot ik beter ging kijken en ontdekte hoe veel verschillende lieveheersbeestjes er zijn. Sinds het voorjaar van 2006 houd ik me bezig met het bestuderen van lieveheersbeestjes. 

In de winter van 2005/2006 viel het me op dat er erg vaak lieveheersbeestjes in één van de kamers van de bovenste verdieping van ons huis waren. Allemaal overwinteraars die kennelijk een minder handige plek hadden uitgekozen. Ze liepen of vlogen een tijdje rond en gingen vervolgens dood. 

Wie zich bij het zoeken naar lieveheersbeestjes beperkt tot goed om zich heen kijken, mist een heleboel. Soorten als het zevenstippelig en het Aziatisch lieveheersbeestje vallen door hun kleur en grootte goed op, maar er zijn ook soorten die je wat minder snel ontdekt, zeker als ze zich schuil houden tussen bladeren of dennennaalden.

Lieveheersbeestjes kunnen hard rennen en zijn daardoor vaak lastig te bekijken en op de foto te zetten. In de hand houden valt door de bolle vorm van de kevers vaak ook niet mee. Een handig hulpmiddel is een petrischaaltje dat gevuld is met watten.

Toen ik  me een tijdje met lieveheersbeestjes bezighield, kreeg ik steeds meer behoefte aan een veldgids voor lieveheersbeestjes.